Projectomschrijving: Het ondersteunen van regelgevers bij het toezicht houden op eco-innovatieve bedrijfspraktijken die afval verminderen en de levensduur van producten verlengen.
In het kader van de circulaire economie worden circulaire bedrijfsmodellen gepromoot. Deze modellen zijn gericht op het verlengen van de levensduur van producten en het verlengen van het gebruik van materialen. Het gaat om producten of materialen die worden hergebruikt of verder gebruikt voor een ander, nieuw doel (verlengd gebruik). Voorafgaand aan hergebruik of verlengd gebruik kunnen ze worden gerepareerd, opgeknapt of gereviseerd.
Circulaire bedrijfsmodellen zijn erop gericht om - in overeenstemming met de afvalhiërarchie - te voorkomen dat producten of materialen worden weggegooid en afval worden. In de praktijk kunnen echter vragen rijzen of een stof of voorwerp inderdaad wordt weggegooid of niet.
Onderwerpen die in de praktijk tot vragen leiden:
- onderscheid tussen hergebruik en reparatie, refurbishment of remanufacturing
- onderscheid tussen hergebruik en voorbereiding voor hergebruik; welke reparaties worden nog geaccepteerd onder hergebruik?
- betekenis van ‘extended’ gebruik, onderscheid met hergebruik (hergebruik: zelfde doel; verlengd gebruik vaak niet zelfde doel); aan welke eisen moet verlengd gebruik voldoen?
- onderscheid tussen hergebruik/uitgebreid gebruik en bijproduct
- hergebruik: wanneer is een materiaal geschikt voor direct hergebruik voor het oorspronkelijke beoogde doel? aan welke voorwaarden of criteria moet het product voldoen? dezelfde kenmerken van het nieuwe product?
- de noodzaak van certificering na de stap van repareren, opknappen of herfabriceren om vast te stellen dat het product als nieuw goed kan worden beschouwd,
- de noodzaak van een systeem om garantie te verlenen voor het gerepareerde product (vooral voor EEA)
- de tussenhandelaren in gebruikte onderdelen moeten worden gecertificeerd en zelfs de herfabrikanten om ervoor te zorgen dat de logistieke hermaakketen niet wordt gebruikt om de EU-afvalwetgeving te omzeilen.
- Toelating van een activiteit als voorbereiding voor hergebruik: kan dit via een vereenvoudigde procedure? Is het eindproduct een soort EoW of iets anders?
- intentie om weg te doen; de intentie van de houder van het materiaal (is het een last of niet?), voorbeeld gebruikte kleding
- tijdelijke opslag
- tweedehands kleding, tweedehandse meubels of andere gedoneerde goederen: moeten die voor hetzelfde doel worden gebruikt? Meubilair als brandstof is afval? Tweedehands kleding die wordt ingezameld voor chemische recycling afval?
Hetdoel van dit deelproject van het WMCE Parapluproject is het prepeare van een leidraad voor milieu-instanties in het reguleren in het navigeren van de complexe vraagstukken rond de concepten van afdanking, hergebruik en verlengd gebruik binnen de context van de circulaire economie. Naarmate er nieuwe bedrijfsmodellen ontstaan die prioriteit geven aan duurzaamheid en efficiënt gebruik van hulpbronnen, wordt het steeds belangrijker om duidelijk te definiëren wanneer een materiaal als afval wordt beschouwd en wanneer het een product blijft voor verder gebruik.
De richtlijn zal duidelijkheid verschaffen over het onderscheid tussen hergebruik, verlengd gebruik en voorbereiding voor hergebruik, samen met praktische hulpmiddelen en voorbeelden om consistente besluitvorming te ondersteunen. Er zullen ook aanbevelingen worden gedaan om te beoordelen of een materiaal of product is afgedankt, inclusief de voorwaarden waaraan moet worden voldaan, de rol van zelfbeoordeling versus voorafgaande goedkeuring en het gebruik van ondersteunende hulpmiddelen zoals verklaringen.
In het document worden bovendien praktische aspecten behandeld die relevant zijn voor inspecties—zoals tijdelijke opslag en certificeringsvereisten voor reparatiewerkzaamheden—en worden inspectie-instrumenten voorgesteld om toezichthouders in het veld te helpen.
Volg deze pagina voor updates en belangrijke ontwikkelingen in de loop van het project.